Dutar, Kushnai & Pipa

De pipa is een viersnarige Chinese luit met een peervormig lichaam. Pipa was een algemene term voor de tokkelinstrumenten die in handposities werden bespeeld met de naar buiten gerichte vingertechniek van de rechterhand genaamd ‘pi’ en de naar binnen gerichte vingertechniek genaamd ‘pa’. De pipa heeft een geschiedenis van meer dan 2000 jaar, van de Han-dynastie tot de Tang-dynastie. De korte, gebogen hals heeft 30 frets die doorlopen tot op het klankbord, wat een breed bereik biedt. De frets zijn gemaakt van ivoor, hout, jade of bamboe. De pipa heeft vier snaren gestemd A, d, e, a. Met het instrument verticaal op schoot wordt het bespeeld met imitatie-nagels. Dit geeft meer vrijheid om verschillende technieken uit te voeren, waaronder: pitch-bends, tremoli en het continu tokkelen van de snaren met vier vingers. De pipa is het meest expressieve van de Chinese tokkelinstrumenten. De Chinese bevolking is al eeuwenlang dol op de muziek en er bestaat een uitgebreid repertoire aan pipa-muziek dat van generatie op generatie wordt doorgegeven door individuele musici en wetenschappers.